Joehoe help me dan…
Aan de tafel van de kleinschalige woning voor mensen met dementie zit Tinie. Op haar vaste plaats en elke dag ontstaat eenzelfde situatie. Er hoeft maar weinig te gebeuren of ze begint te roepen. Eerst wat zachter, maar het gaat steeds harder ‘joehoe, joehoe, help me dan, help me dan, HELP ME DAN’. Zelfs met een trilling in de stem. Als teamlid Amara contact maakt met Tinie en vraagt ‘waarmee kan ik je helpen’, kijkt Tiny verward op ‘ik heb geen hulp nodig’. En als Amara zich daarna omdraait, begint het roepen van vooraf aan.
Als je aan Tinie vraagt waarom ze roept, krijg je steevast als antwoord ‘ik roep helemaal niet’. Regelmatig wordt besloten om Tinie even naar haar eigen appartement te brengen, zodat ze meer rust heeft. Maar het roepen wordt ook daar niet minder van, sterker nog, het roepen neemt toe. Het is en blijft een bijzondere situatie waarmee het team best worstelt.
Als we het met elkaar bespreken, tijdens de bewonersbespreking, worden meningen en zorgen geuit. Vooral de impact van het roepen op de medebewoners, houdt iedereen bezig. Teamlid Donna vraagt zich hardop af of dit ‘haar manier van aandacht vragen is’. Want zegt ze ‘als je even met haar in gesprek bent, is er niets aan de hand, maar zodra je je omdraait begint het allemaal weer’.
En juist met dat uitgangspunt doen we Tinie ernstig tekort. Het roepen van Tinie zou heel goed voort kunnen komen uit een gebrek aan dynamische prikkels, de prikkels geluid en beweging. Er zijn mensen, met en zonder een haperend brein, die veel van die prikkels nodig hebben op het brein tot rust te krijgen. Als je ze dan niet of niet voldoende binnenkrijgt, dan kun je niets anders doen dan ze zelf gaan veroorzaken of halen. Ben je nog mobiel, dan ga je lopen. Maar ben je door omstandigheden niet meer in staat om te lopen, dan rest je niet anders dan de prikkels zelf maken, door te tikken, hummen, klappen of in het geval van Tinie te roepen met een trilling in je stem.
Want daarmee maak je geluid (HELP ME DAN) en door de trilling zelfs beweging in je lijf. Is er een lieve zorgmedewerker die even in contact is met jou… dan heb je prikkels geluid en beweging. Maar draait de medewerker zich weer om, dan gaan daarmee de voor jou zo nodige prikkels ook weer weg en begint het roepen weer.
Voor Tinie zijn we, met elkaar, op zoek gegaan naar een vervangende prikkel, die werkt. Dat was even een zoektocht (en geef die ook niet te snel op). In haar geval werd die gevonden in een bol wol. Tinie hield van breien. En als nu het roepen dreigt, geeft een van de medewerkers een rommelige bol wol aan Tinie met de vraag of ze die kan helpen oprollen. Soms is ze daar wel 20 minuten mee bezig en voedt deze bezigheid haar met een herkenbare prikkel beweging. Twintig minuten waarin Tinie niet hoeft te roepen. En deze activiteit wordt soms wel 5 keer per dag ingezet.
Steeds wordt Tinie na het oprollen bedankt voor haar hulp. En zo doet Tinie er ook nog toe.
Het roepen is niet helemaal weg, maar wel verminderd. En dat is fijn voor Tinie, haar huisgenoten en de medewerkers.