Voel maar ik ben er…

Voel maar, ik ben er…

In de kleinschalige woning voor mensen met dementie is de laatste fase van het leven van mevrouw Miedema aangebroken. Ze ligt in bed, klein en kwetsbaar. De dagelijkse zorg wordt steeds moeilijker en de teamleden merken dat mevrouw Miedema meer en meer verkrampt als ze gewassen wordt. Het zit ze niet lekker dat het gaat zoals het gaat.

Voor veel ouderen die afhankelijk zijn is de dagelijkse zorg het enige moment van lichamelijk contact, een functioneel contact. Het team gaat op zoek naar manieren om dit contact met meer ontspanning te laten verlopen. Elk teamlid bedenkt een manier die voor hem of haar passend is en de volgende dag vertellen ze elkaar daarover.

Nina begint: “Ik heb eerst voorzichtig haar handen vastgepakt en gezegd dat ik bij haar ben. Toen ik merkte dat ik contact met haar had, heb ik mijn armen om haar heen geslagen en zachtjes over haar rug gewreven. Ik voelde de ontspanning in haar lijf. “Voel maar dat ik er ben. Ik ga je helpen zoals je dat fijn vindt”, gaf ik aan. Nina vertelt dat de ogen van mevrouw Miedema zich openden en dat ze een traan over mevrouws wang zag lopen. “Ik moest ook even slikken”, zegt ze.

Na het overlijden van mevrouw Miedema helpt Nina bij de laatste verzorging. Ze sluit zo een intensief traject met mevrouw Miedema en haar familie op een waardige en persoonlijke manier af.

Mevrouw Miedema zal worden gemist door de medebewoners en de medewerkers.

Het is goed om erbij stil te staan dat de menselijke behoefte aan (lichamelijk) contact niet stopt als het brein beschadigd is. Als we in staat zijn om echt contact te maken, in lichaam en gevoel, kunnen we ook op die momenten persoonsversterkende zorg blijven bieden.


 

Mijn winkelwagen
Je winkelwagen is leeg.

Het lijkt erop dat je nog geen keuze hebt gemaakt.